Vruchtgebruik/bloot eigendom

Wil men familierechtelijk geheel of gedeeltelijk de Franse kant op, dan valt te denken aan vruchtgebruik. Dit is een figuur die ook in het Nederlandse recht bekend is: de kinderen krijgen de bloot-eigendom en de langstlevende het vruchtgebruik.

Er is echter een groot verschil tussen een vruchtgebruik op grond van Nederlands recht en een vruchtgebruik op grond van Frans recht. Op grond van Nederlands recht is het mogelijk om aan de vruchtgebruiker de beschikkings- en verteringsbevoegdheid te geven. De langstlevende is geen eigenaar, maar kan toch als een eigenaar zonder medewerking van de kinderen over het vermogen beschikken en hij is zelfs bevoegd om het vermogen op te maken. Deze ruime bevoegdheden kent het Franse recht niet. Indien de vruchtgebruiker in Frankrijk over het vermogen wil beschikken heeft hij de medewerking van de bloot-eigenaren nodig. Verteren is niet toegestaan. Het is derhalve belangrijk om te beseffen dat indien u aan uw echtgenoot/echtgenote het vruchtgebruik van uw woning in Frankrijk nalaat, uw echtgenoot/echtgenote niet zelfstandig kan besluiten de woning te verkopen. Hij/zij is hiervoor afhankelijk van de kinderen. Ook wanneer het vruchtgebruik zou zijn geregeld in een Nederlands testament met een rechtskeuze voor Nederlands recht is het niet mogelijk om uw echtgenoot/echtgenote de
beschikkings- en verteringsbevoegdheid te laten uitoefenen voor wat betreft Franse
vermogensbestanddelen.

Wanneer de eerststervende overlijdt en hij aan zijn kinderen zijn vermogen nalaat, belast met vruchtgebruik ten behoeve van zijn echtgenote, betalen de kinderen erfbelasting over de waarde van de bloot-eigendom. In Frankrijk is de verkrijging van het vruchtgebruik door de langstlevende vrijgesteld. De waarde van het vruchtgebruik, en dus van de bloot-eigendom, hangt af van de leeftijd van de vruchtgebruiker. Wanneer vervolgens de vruchtgebruiker overlijdt, groeit de bloot-eigendom aan tot volle eigendom zonder dat hierover erfbelasting is verschuldigd.

Vruchtgebruik kan ook worden gecreëerd bij de aankoop: de kinderen kopen de bloot-eigendom en de ouders het vruchtgebruik. Echter, wanneer de vruchtgebruiker overlijdt, zal in Frankrijk erfbelasting betaald dienen te worden alsof de erflater de volle eigendom bezat. Tegenbewijs is mogelijk, maar wordt niet snel door de Franse fiscus aangenomen. Als tegenbewijs geldt een schenking aan de bloot-eigenaar gedaan bij notariële akte, met welke schenking de bloot-eigenaar de bloot-eigendom heeft gekocht. In de aankoopakte moet dan wel worden vermeld dat de bloot-eigendom is aangekocht met geschonken geld én is een verwijzing naar de schenkingsakte aan te raden.

In Frankrijk wordt regelmatig geadviseerd om tijdens leven de bloot-eigendom alvast aan de kinderen te schenken en zelf het vruchtgebruik te behouden. Zowel bij aankoop van bloot-eigendom met geschonken vermogen als bij schenking van de bloot-eigendom ontstaat in Nederland fiscaal een probleem wanneer de vruchtgebruiker overlijdt. De Nederlandse Successiewet kent namelijk een fictiebepaling, artikel 10, die er vanuit gaat dat in dat geval het vermogen dat een vruchtgebruiker op het moment van zijn overlijden nog in vruchtgebruik had, in volle eigendom aan de vruchtgebruiker toebehoort. De bloot-eigenaar moet als gevolg van deze fictiebepaling over de volle waarde erfbelasting betalen. De in het verleden over de schenking van de bloot-eigendom betaalde schenkbelasting mag van de verschuldigde erfbelasting worden afgetrokken.